OEFENTIPS

Op deze site heb ik al beschreven: oefen minstens 20 minuten per dag. Niet iedereen beseft dat (beter) leren een instrument te bespelen het liefst elke dag oefenen inhoudt. Dat kan niet altijd, en dat is niet erg. Je kan dat alleen niet inhalen door dan maar de volgende dag dubbel zolang te oefenen. Het is belangrijk om zinnig te oefenen. Efficient. Daar heb ik hieronder 3 eenvoudige tips voor beschreven.

1. Misschien niet voor iedereen haalbaar, maar wel de beste tip: zorg dat je JE PIANO ALTIJD ZIET en dat je er snel bij kan. Hoor je iets op de radio, i-tunes of spotify dat je wil naspelen? Hebben je hersenen iets bedacht om dat ene lastige stukje met twee handen samen te spelen en wil je dat uitproberen? Altijd fijn als je dan even achter de piano kan kruipen. Zo hoef je er bijna niet eens tijd voor te plannen. Beter 2 of 3 keer 10 minuten verspreid over de dag oefenen, dan een uur achter elkaar.

2. LANGZAAM oefenen. Je hersenen maken steeds nieuwe paadjes en verbindingen aan terwijl je oefent. Geef ze om dat te doen goed de kans om naar je vingers te ‘luisteren’, naar je spieren, en het geluid dat de piano daarbij maakt. De belangrijkste oefentip daarvoor: zoek het moeilijkste stukje op, en oefen dat dus LANGZAAM! Dat stukje is niet langer dan 2 á 3 maten, misschien zelfs minder dan 1 maat. Oefen eerst 3 tot 5 keer met rechts, dan met links, daarna samen. Maar blijf opletten dat je dat langzaam doet. Het is heeeeel makkelijk om te snel te gaan spelen. Want zo moet het toch klinken? En je wilt het toch ook snel kunnen spelen? Dat kan het beste door EERST HEEL LANGZAAM te oefenen. Als je dat een paar keer doet zul je merken dat je in je hoofd als het ware al hoort en vóór je ‘ziet’ wat je gaat spelen voordat je de eerste noot speelt. Dat is de belangrijkste stap van musiceren.

3. Tot slot: begin bij het eind. Soms maak je midden in een stuk dat je oefent een fout, niet omdat je dat stukje niet kent, maar omdat je op weg bent naar een stukje dat je nog niet goed kan. En dan wordt je onzeker. En dan maak je fouten ook bij stukjes die je eigenlijk al prima kunt spelen. De oplossing: oefen eerst de laatste maat. Dan de maat ervoor erbij, enzovoort. Ik noem dat ‘achteruit oefenen’. Dan kan je in ieder geval het eind goed spelen. Eind goed, al goed 😉

Terug naar boven